Toen uw kinderen jong waren heeft u ze veel goede manieren geleerd. Zoals dat ze hun hand voor de mond doen wanneer ze hoesten, hoe ze zich moeten gedragen aan tafel en wat goed en fout gedrag is. Maar de wereld is soms wreed en hoe leert u uw kinderen dan om dankbaar te blijven?
1. Delen
U heeft uw kinderen geleerd dat ze horen te delen met hun broers of zussen en vrienden. Maar wanneer de vrienden van uw kinderen dit nooit hebben geleerd kan het moeilijk zijn voor uw kinderen dit te berijpen. Stel dat een vriend van uw kind iets niet wilt delen, zou uw kind misschien zeggen: “Jij deelt niet, geef het ook aan mij!” In plaats daarvan kan uw kind beter op deze manier reageren: “Waar jij mee speelt, mag ik daar ook mee spelen of zullen we er samen mee spelen?”
De les: Iets netjes vragen zorgt altijd voor een betere reactie van de ander.
2. Slecht taalgebruik
Uw kinderen horen op school of op straat vast af en toe slecht taalgebruik. U heeft uw best gedaan om uw kinderen te leren dat vloeken nooit oké is en dat er altijd een betere manier is om het anders te zeggen.
Dus stel dat iemand tegen uw kind vloekt, kan uw kind het beste reageren met: “Ik praat niet met zo’n taalgebruik, dat is kwetsend.”
De les: Het is veilig om uw kinderen te leren om slecht taalgebruik te negeren, maar het is ook belangrijk dat uw kinderen begrijpen wat voor soort impact slecht taalgebruik kan hebben. Zo zullen uw kinderen in de toekomst twee keer nadenken voordat zij ooit zullen vloeken tegen iemand in een ruzie.
3. Competitieve spellen
Uw kinderen hoe zij moeten omgaan wanneer ze winnen en verliezen is ook erg belangrijk. Zowel winnen als verliezen is iets waar uw kinderen in de toekomst mee te maken gaan krijgen. Wanneer uw kind heeft gewonnen van een tegenstander, zegt hij misschien dit: “Je bent echt een loser!”. In plaats daarvan kan uw kind beter dit zeggen: “Ik heb genoten van de competitie met jou¨.
De les: Er zullen momenten zijn in het leven uw kinderen waarbij zij winners en verliezers zullen zijn. Wanneer uw kind leert hoe hij/zij moet reageren op het moment dat zij hebben gewonnen, kan het hun helpen om ook voorbereid te zijn te verliezen en kunnen zij hier ook makkelijk en goed mee dealen.