Na jaren van koopkrachtdaling ziet het er voor de Nederlandse huishoudens in 2014 weer beter uit volgens het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting)
Nederlandse huishoudens
Dankzij lage inflatie, een lagere premie voor de (basis)zorgverzekering en het verlagen van het belastingtarief in de eerste schijf gaan veel Nederlandse huishoudens er op vooruit. Het ziet er nu beter uit dan dat het Nibud berekende met Prinsjesdag op basis van de Miljoenennota.
Zowel de meeste werkenden als bijstandsgerechtigden gaan er in 2014 op vooruit volgens de laatste berekeningen. Inleveren doen ouderen en huishoudens waarvan één van de partners werkt bijna allemaal. Een (lichte) koopkrachtdaling wordt tevens ervaren door werkenden met inkomen hoger dan 50.000 euro bruto per jaar. Iedereen kan kijken hoeveel hij er in 2014 persoonlijk op voor- of achteruit gaat met behulp van de vernieuwde Nibud koopkrachtberekenaar.
Werkenden
Dankzij het verlagen van het belastingtarief in de eerste eerste schijf gaan huishoudens met een laag of gemiddeld inkomen er in 2014 op vooruit. Er op achteruit gaan werkenden die meer dan 50.000 euro bruto per jaar verdienen. Reden daarvoor is dat de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk wordt afgebouwd. Echter wanneer zij gebruik maken van kinderopvang, gaan zij er minder op achteruit. Dit komt door verhoging van de kinderopvangtoeslag voor hogere inkomens. Dat de geplande verlaging van de kinderbijslag niet doorgaat is positief nieuws voor ouders met kinderen ouder dan vijf jaar.
Bijstandsgerechtigden
Inleveren doen bijstandsgerechtigden al jaren van enkele euro’s tot enkele tientjes. Voor 2014 geldt dat hun koopkracht gelijk blijft of zelf voor het eerst sinds 2010 licht stijgt. Reden daarvan is een lage inflatie en de eenmalige tegemoetkoming van 70 tot 100 euro die zijn in de loop van het jaar ontvangen. Van een alleenstaande met bijstandsuitkering stijgt de koopkracht in 2014 met 7 euro (0,6%) per maand. De koopkracht blijft gelijk voor een paar met twee kinderen.
Ouderen
Deze groep profiteert niet mee. De meeste ouderen leveren in 2014 weer in, ondanks een lage inflatie, een lager belastingtarief en een voordelige premie voor de zorgverzekering. Wel is de koopkrachtdaling lager dan voorgaande jaren. 8 euro per maand er op vooruit gaan alleenstaanden met alleen een AOW-uitkering. De meeste ouderen met aanvullend pensioen gaan er echter enkele of tientallen euro’s op achteruit. Voor ouderen die met vervroegd pensioen zijn gegaan, kan gerekend worden op een koopkrachtdaling van enkele tientjes per maand. Waarschijnlijk komt dit doordat aanvullende pensioenen niet gecorrigeerd worden voor inflatie.
Koopkrachtberekenaar van Nibud
In de Nibud koopkrachtberekenaar zijn de nieuwste koopkrachtcijfers terug te vinden. Dit is een gratis tool waarmee berekend kan worden hoeveel euro per jaar u er in 2014 op voor- of achteruit gaat. Wellicht een aanleiding om de huishoudportemonnee goed onder loep te nemen. De koopkrachtstijging is voor de meesten na moeilijke jaren hard nodig, ook al ziet het er nu voor veel huishoudens goed uit. Nibud maakt onderdeel uit van Platform Wijzer in geldzaken. Dit Platform heeft met medewerking van Nibud de tool “Wat betekent dit voor mij” gemaakt. Met behulp van deze tool kan bekeken worden welke veranderingen door overheidsmaatregelen voor de consumentenportemonnee van belang zijn.
Voorbeeldberekeningen Koopkrachtontwikkeling 2014
Achtergronden bij berekeningen
In de tabel zijn de voorbeeldberekeningen omgerekend naar gemiddelde maandbedragen. Bij het netto maandbedrag zijn fiscale voordelen, vakantiegeld, kinderbijslag en dergelijke al geteld. Het Nibud is bij de berekeningen uitgegaan van een inflatie van 1,6% een brutoloonstijging van 1,4%. Fiscale regelingen in 2013 en 2014 zijn meegenomen. Er wordt vanuit gegaan dat alle toeslagen en inkomensondersteuning aangevraagd worden. In de berekeningen is geen rekening gehouden met de inkomensafhankelijke huurstijgingen en met wijzigingen in de bijzondere bijstand of gezondheidssituatie.
De genoemde huishoudens zijn slechts voorbeelden, waarbij de situatie simpel is gehouden. Tevens is er geen rekening gehouden met specifieke aftrekposten of bijtellingen. In de werkelijkheid gebeurt er uiteraard veel meer in een huishouden, denk daarbij aan promotie, veranderen van baan, (gedeeltelijk) stoppen met werken, gezinsuitbreiding e.d. gebeurtenissen die van invloed zijn op het huishouden. Zo ook op het besteedbare inkomen van huishoudens. Huishoudens zullen zich nooit helemaal herkennen in de gegeven voorbeelden als gevolg van het bovenstaande.
Bron: Nibud