Reisspecialist Stéphanie van Tenzing Travel neemt u in gedachten even mee op haar rondreis Australië.
Ik heb drie maanden lang in Australië rondgereisd met mijn rugzak. Ik ben mijn avontuur begonnen in Sydney. Een geweldige excursie om daar te doen is de beklimming van de ‘Harbour Bridge’. Je loopt dan echt over de top van de brug. Het is natuurlijk best spannend om zo hoog over een brug te lopen, maar je hebt echt een prachtig uitzicht over de stad.
Een koala vasthouden is voor velen een wens die uit kan komen in het Lone Pine Sanctuary in de buurt van Brisbane, verder richting het noorden van de oostkust. Je kunt hier ook kangoeroes te eten geven en vele andere Australische wilde dieren ontmoeten.
Neem voldoende de tijd om de oostkust te gaan zien, want niet alleen het vasteland, maar ook verschillende eilanden zijn zeer de moeite waard. Vanuit Hervey Bay kan je Fraser Island een bezoek brengen. Het grootste zandeiland ter wereld met een verassende combinatie tussen regenwoud, uitgestrekte stranden (die overigens gebruikt worden als de snelweg en airstrip van het eiland) en felblauwe meren. Een 4-wheel drive is hier een must, maar voor meer gemak kan je ook kiezen voor een georganiseerde tour. Indien je op zoek bent naar de bounty eilanden, zijn de Whitsundays ‘ the place to be’. Een meerdaagse boottocht tussen de eilanden door, of een luxe verblijf in een resort op één van de eilanden. Het kan allemaal. Je kunt hier prachtig snorkelen of duiken, maar de aanblik van poederwitte stranden en helderblauw water alleen is al de moeite waard. Eenmaal de oostkust gezien en in Cairns aangekomen, bezoek dan ook Cape Tribulation wat nog iets noordelijker ligt. Hier grenst het tropisch regenwoud aan het strand, wat dit gebied zo bijzonder maakt. Ook heerlijk om hier na een lange reis tot rust te komen.
De route van Darwin naar het Red Centre vind ik echt spectaculair. Deze route is zo afwisselend en je eindigt op de plek wat de meeste mensen voor zich zien als je aan Australië denkt: het rode verlaten zand en natuurlijk Ayers Rock. Tijdens deze trip ga je door veel verschillende natuurparken. Je begint in Litchfield en Kakadu National Park wat nog vrij ruig en groen aandoet. Je bent veel actief bezig, maar op sommige plekken kan je heerlijk ontspannen bij een verkoelende waterval. Het is wel heel prettig om hier met een 4-wheel drive te rijden, zodat je ook gemakkelijker de parken in kan op eigen gelegenheid. Indien je de Outback op een rustig tempo wilt gaan zien, heb je ongeveer twaalf dagen nodig. Tussen Catherine en Tennant Creek mag je een stop bij de ‘Daly Waters Pub’ absoluut niet overslaan. Letterlijk ‘in the middle of nowhere’ vindt je deze pub. Een unieke stop waar je zelf geweest moet zijn om het te begrijpen. Na een voldane lunch en wat reisverhalen te hebben uitgewisseld met andere reizigers, rij je door richting het Red Centre. Alice Springs is een klein stadje waar je vooral goed kunt slagen voor Aboriginal art. Veel mooie galerijen, dus een bijzonder souvenir van Australië is hier snel gevonden. Bij het Red Centre denk ik ook aan Ayers Rock, waar Australië onder andere om bekend staat. Een wandeling om deze reusachtige rode rots is zeker interessant, want er zit veel Aboriginal cultuur in verborgen. Misschien iets minder bekend is Kings Canyon. Na een pittige klim omhoog kan je vervolgens een paar uur langs de rand van de canyon lopen, wat prachtige vergezichten geeft en een blij gevoel bij het terugzien van de foto’s.
Één van mijn meest buitengewone momenten tijdens mijn vakantie is toch wel het zwemmen met de manta roggen bij Coral Bay, West-Australië. Met een spanwijdte tot 7 meter en een lengte van gemiddeld 4,5 meter zijn dit immense dieren om mee te snorkelen of te duiken. De adrenaline schiet door je lijf en gaat de rest van de dag niet meer weg.